Museum De Buitenplaats in Eelde heeft nieuwe toekomstplannen. Het museum voor figuratieve kunst – bestaande uit het Nijsinghhuis, de Oranjerie, de Museumtuin, het Museumpaviljoen en het Museumcafé – werkt aan een mogelijk partnerschap met Het Drentse Landschap en het Drents Museum. Op deze manier wil het museum het vastgoed, gedachtegoed en de collectie van de familie Van Groeningen voor de toekomst behouden.
De aanleiding voor deze nieuwe koers is dat het museum niet langer in staat is de exploitatie na het huidige begrotingsjaar zelfstandig voort te zetten. Door de twee zware coronajaren en tegenvallende bezoekerscijfers zijn de tekorten niet meer uit eigen middelen op te vangen. Om het museum voor de toekomst te behouden, zijn er ingrijpende keuzes noodzakelijk. Het museum heeft daarom gesprekken gevoerd met gemeente Tynaarlo, provincie Drenthe, Het Drentse Landschap en het Drents Museum om te komen tot een nieuwe visie, genaamd “Drents Museum De Buitenplaats”. Het plan is dat Het Drentse Landschap de gebouwen met de museumtuin gaat overnemen en beheren. Het Drents Museum zal de exploitatie en een deel van de collectie overnemen. De Buitenplaats wordt mogelijk een museum voor kunst uit de periode 1900, een museum voor art nouveau waarbij de toonaangevende collectie Kunst 1885-1935 van het Drents Museum als uitgangspunt dient.
Jaap-Jan Plas, voorzitter van de raad van toezicht van Museum De Buitenplaats: “Het bestuur en de Raad van Toezicht van het museum zijn verheugd dat de afgelopen periode gebleken is dat zowel de betrokken overheden, als Drents Museum en Het Drentse Landschap de unieke plek die het museum inneemt in het culturele aanbod in Noord-Nederland erkennen en zich willen inspannen om dit te behouden.”
Museum voor art nouveau
Harry Tupan, algemeen directeur van het Drents Museum: “Er is in Nederland geen ander museum dat zich hierop toelegt, terwijl deze artistieke stroming veel liefhebbers kent en de potentie heeft om succesvolle nationale en internationale tentoonstellingen rond deze collectie te maken.”
Ook Het Drentse Landschap is voor de samenwerking tot behoud van het museum. Sonja van der Meer, directeur Het Drentse Landschap: “De kwaliteit en uniciteit van het ensemble, op die plek, en de liefde die Jos en Janneke van Groeningen in de ontwikkeling en het toegankelijk maken van het museum en het Nijsinghhuis hebben gestoken maakt dat we alleen al voor hen ons moeten inspannen om Museum de Buitenplaats voor Drenthe te behouden.”
Wethouder cultuur Miguel Ririhena van de gemeente Tynaarlo vindt het te prijzen dat Museum De Buitenplaats actief de samenwerking zocht toen het in zwaar weer terecht dreigde te komen: “Wij zijn positief gestemd en kijken uit naar de verdere ontwikkeling van de plannen. Daarbij moeten ook de financiële consequenties goed in beeld worden gebracht. Ten slotte vinden we de aansluiting op de ontwikkelingen in het centrum van Eelde belangrijk.” Om voldoende tijd te hebben om de plannen uit te werken, vraagt het college van B&W de gemeenteraad binnenkort een bedrag te reserveren voor revitalisering van De Buitenplaats. “Wij willen namelijk dat het museum, in afwachting van concrete besluiten van gemeente en provincie in de benen blijft”, aldus de wethouder. Gedeputeerde Nelleke Vedelaar: “Goed om te zien dat Het Drentse Landschap, het Drents Museum en De Buitenplaats de samenwerking aan gaan. Vanuit de provincie dragen we dit initiatief warm over aan de formerende partijen. Zodat zij mee kunnen denken over hoe de plannen te realiseren zijn.”
Geef een reactie